Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Veelgestelde vragen aan de GGD
Filter
Infectieziekten
De GGD is verplicht gegevens te verzamelen om uitbraken van infectieziekten te signaleren en monitoren. Dit staat in de Wet Publieke Gezondheid (WPG). De GGD stuurt de verzamelde gegevens anoniem naar het RIVM. In deze gegevens is dus niet te zien over wie het precies gaat.
Nee, niet standaard. Soms is het belangrijk dat de huisarts dit wél weet. Als we gegevens delen met jouw huisarts, gebeurt dat alleen met jouw toestemming. Dan zijn wel je naam en geboortedatum nodig. Het is mogelijk dat daarna de huisarts contact met jou opneemt.
Je ontvangt van ons geen rekening voor infectieziektezorg. Soms zijn er medicijnen of aanvullend onderzoek nodig. Dit noemen we individuele zorg. Deze zorg wordt betaald door de zorgverzekeraar. Het kan dan gebeuren dat er iets van je eigen risico afgaat.
Lees meer hierover in de folder: GGD en eigen risico
Nee, heb je vragen of klachten over voedingswaren? Dan kun je 24 uur per dag contact opnemen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Ben je ziek door het eten van bedorven voedsel? Neem dan contact op met je huisarts. en op werkdagen tussen 8.30-17.00 uur op telefoonnummer 088-355 5493. Of mail naar infectieziekten@vggm.nl
Nee, de GGD kan niet testen op schurft. Heb je contact gehad met iemand met schurft of denk je dat je zelf schurft hebt? Bel dan met je huisarts. Schurft is namelijk goed te behandelen. Het is belangrijk om altijd in overleg met de huisarts te behandelen. Begin dus niet uit jezelf met een behandeling.
Nee, de GGD kan je niet testen op de ziekte van Lyme. Bloedonderzoek doen direct na een tekenbeet heeft ook geen zin. De bloedtest kan niet direct laten zien of de teek jou besmet heeft. Kijk voor meer informatie over tekenbeten en het verwijderen van een teek op GGDleefomgeving.
Bij lichamelijke klachten kun je contact opnemen met je huisarts.
Meer weten? Ga naar onze pagina over algemene informatie over infectieziekten
Heb je vragen over besmettelijkheid voor anderen, preventiemaatregelen, hygiëne? Of heb je al contact gehad met de GGD of een GGD brief ontvangen? Dan kun je ons bellen op werkdagen tussen 8.30-17.00 uur op telefoonnummer 088-355 5493. Of mail naar infectieziekten@vggm.nl.
- Was de wond (15 minuten) met lauwwarm water en zeep. Als het niet anders kan alleen met water
- Ontsmet daarna de wond met alcohol (70 procent) of jodium
- Bel direct naar de alarmcentrale van je ziektekostenverzekering, ook als je vooraf tegen rabiës bent gevaccineerd. Zij kunnen adviseren over de nodige behandeling en helpen je zoeken waar je deze behandeling kan krijgen.
- Meld je na het overleg met de alarmcentrale zo snel mogelijk bij een arts
- Naast behandeling voor rabiës is er soms ook antibiotica of een tetanusvaccinatie nodig
- Moet je de behandeling in Nederland afmaken? Bel dan direct na thuiskomst de GGD in jouw regio.
De kans dat je thuis ziek wordt door legionellabacteriën is erg klein. Er zijn enkele tips om blootstelling aan legionella thuis te beperken. Legionellabacteriën bevinden zich overal waar water is en je komt hier regelmatig mee in contact. Je afweersysteem zorgt ervoor dat je van deze bacteriën niet ziek wordt. Sommige mensen hebben meer kans om ziek te worden, zoals ouderen, mensen met een slechte gezondheid, mensen die medicijnen gebruiken waardoor de afweer minder wordt en rokers.
De legionellabacterie vormt pas een probleem als hij kan groeien. Dit gebeurt in stilstaand en warm water. Vooral als het water tussen de 20 en 50 graden Celsius is. Lees meer over legionella op de website van RIVM.
Heb je waterpokken doorgemaakt als kind? Dan ben je de rest van je leven beschermd tegen waterpokken. Op latere leeftijd kun je hier nog wel gordelroos van krijgen.
Weet je niet zeker of je al eens waterpokken hebt gehad? Vraag dan aan je huisarts om te bepalen of je antistoffen tegen waterpokken hebt.
Heb je geen antistoffen? Dan kun je je laten vaccineren met het waterpokkenvaccin. Overleg met je huisarts of GGD-arts of vaccinatie nodig en mogelijk is. Een vaccinatie tegen waterpokken wordt niet zomaar vergoed. Klik hier voor meer informatie over waterpokken.
Als je waterpokken hebt gehad, loop je 25% kans om gordelroos te krijgen. Tegen gordelroos bestaat een vaccin. Het vaccin kan gegeven worden aan volwassenen van 50 jaar en ouder. Ook mensen van 18 jaar en ouder met een verhoogd risico op gordelroos kunnen de vaccinatie krijgen. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een afweerstoornis.
Als je nooit waterpokken hebt gehad, beslist de huisarts of GGD of een vaccinatie toch nuttig kan zijn. De vaccinatie wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar. Klik hier voor meer informatie over gordelroos
Nee, je kunt heel schoon zijn en toch schurft krijgen.
Nee, schurft is geen soa. Wel kun je schurft oplopen door met iemand seks te hebben. Dit kan doordat je huid op huidcontact hebt. Je kan schurft ook krijgen als je samen in hetzelfde bed ligt.
Jijzelf, jouw huisgenoten en jouw nauwe contacten moeten behandeld worden. Iedereen moet 2 keer de hele behandeling doen. Dit kan een behandeling zijn met crème en/of pillen.
Nee, dit kan niet. De schurftmijt kan wel op stoffen zitten. Denk hierbij aan een bank of kleding. De schurftmijt kan op een bank zitten omdat iemand die besmet is met blote huid op de bank heeft gezeten. Als jij daarna met blote huid op de bank gaat zitten, kan jij besmet raken. Je kan ook besmet raken als je kledingstukken aantrekt van iemand die schurft heeft. Bijvoorbeeld als je sportshirtjes wisselt.
Dat mag in de meeste gevallen wel. Als je werkt in de gezondheidszorg of met kinderen is het goed om dit met de bedrijfsarts te overleggen.
Nee, schurft gaat niet vanzelf over. Schurft moet worden behandeld met crème of met pillen. De huisarts kan een recept voor deze crème of pillen voorschrijven.
Alleen crème of pillen gebruiken is niet genoeg om van schurft af te komen. Je moet bijvoorbeeld ook:
• je kleding, handdoeken en beddengoed op de goede manier wassen.
• je schoenen 3 dagen in een dichte plastic zak doen.
Wat je precies moet doen staat in de uitleg over de behandeling met crème of pillen. Schurft behandelen is veel werk. Plan wat je moet doen voor je begint.
Schurft is een huidmijt. Een huisdier kan wel last hebben van huidmijten, maar de huidmijt bij een dier is niet hetzelfde als de schurftmijt van de mens. Een schurftmijt van de mens kan niet overleven op een dier. Als iemand schurft heeft en een dier aait, kan de schurftmijt wel tijdelijk op de vacht gaan zitten. Aai jij daarna het dier dan kan je besmet raken. De schurftmijt van een mens kan maximaal 3 dagen op een dier zitten.
Een schurftmijt kan 3 dagen leven buiten het lichaam van de mens.
In de meeste gevallen is het nodig dat alle huisgenoten behandeld worden tegen schurft.
De kosten van de behandeling voor schurft gaan van je eigen risico af.
• Heb je je eigen risico nog niet opgemaakt, dan betaal je de medicijnen zelf.
• Heb je je eigen risico wel opgemaakt, dan betaalt je verzekering de medicijnen.
Schurft kan met name op textiel of stof zitten. Dus op sneakers of andere schoenen van stof kunnen mijten zitten. Leg deze schoenen de eerste 3 dagen apart vanaf de start van de behandeling. Draag deze schoenen mét sokken. Voor schoenen van leer is dit niet nodig.
Het in zakken stoppen of wassen op 60 graden van:
• badjas
• slippers
• mutsen, sjaals en oorwarmers
• stoffen schoenen
• werkkleding
• stoffen hoezen van de telefoon, laptop of tablet
• tweedehandskleding
Het opnieuw crèmen van de schaamstreek en handen na het toiletbezoek.
Heb je lichamelijke klachten en vermoed je dat het een infectieziekte zou kunnen zijn? Neem in dat geval contact op met je huisarts.
- Kijk hier voor algemene informatie over infectieziekten
- Wil je je laten testen op een SOA? Bekijk dan deze informatie over SOA testen.
- Heb je vragen over besmettelijkheid voor anderen, preventiemaatregelen en hygiëne? Of heb je al contact gehad met de GGD of een GGD brief ontvangen? Dan kun je ons bellen op werkdagen tussen 8.30-17.00 uur op telefoonnummer 088-355 5493. Of mail naar infectieziekten@vggm.nl
Corona
Ja, dat kan. Na de vaccinatie is een grote groep mensen beschermd tegen corona. Maar ook mensen die gevaccineerd zijn, kunnen nog corona krijgen. De kans is wel kleiner en het ziekteverloop is meestal minder ernstig.
Vaccinaties
De vaccinatie is belangrijk voor iedereen. Ook als man kun je besmet raken met HPV en hierdoor kanker krijgen. Als je de vaccinatie haalt, bescherm je jezelf en je partner.
HPV staat voor humaan papillomavirus. Dit is een heel besmettelijk virus dat zes soorten kanker kan veroorzaken. Er zijn meer dan 100 typen HPV. Door de typen 16 en 18 ontstaat het meest HPV-kanker. HPV kan leiden tot kanker in de monden keelholte, penis, anus, vagina, schaamlippen en baarmoederhals.
Kinderen van 0 t/m 4 jaar
Je (kind) kan tot 14 jaar verschillende vaccinaties krijgen. Hier vind je het Rijksvaccinatieschema.
- De meest voorkomende bijwerking is dat de plek van de prik een beetje rood en/of dik wordt. Dit trekt vanzelf weer weg.
- Je krijgt de vaccinaties in je spier. Dit kan spierpijn geven. Dit trekt normaal snel weg.
- Sommige kinderen krijgen lichte koorts. Dit gebeurt het meest na de eerste BMR-vaccinatie (8-12 dagen na de vaccinatie).
- Na de HPV-vaccinatie kun je soms hoofdpijn krijgen. Dit duurt maximaal een paar dagen en gaat vanzelf over.
Heb je andere klachten? Kijk dan hier of neem contact op met je huisarts.
Soms kun je geen prik krijgen. De jeugdverpleegkundige of jeugdarts bespreekt dat dan graag met jou. Neem contact met ze op als:
- je eerder een allergische reactie kreeg na een vaccinatie.
- je koorts hebt of ziek bent op de dag van de vaccinatie.
- je medicijnen gebruikt die invloed hebben op je afweer.
- je lijdt aan een ernstige ziekte.
- je binnen vier weken voor een vaccinatie bloed(producten) hebt gekregen.
- je antistollingsmedicijnen (bloedverdunners) gebruikt of een stollingsstoornis hebt.
- je onder verdoving een operatie krijgt binnen 2 dagen na de vaccinatie.
Als je op internet zoekt naar informatie over vaccineren vind je heel veel websites. Er zijn vooral veel websites van mensen die vaccineren niet helemaal vertrouwen. Het is vaak lastig om te beoordelen of deze informatie klopt. Als verkeerde informatie op het internet staat, dan blijft het heel lang staan. Het wordt ook steeds opnieuw onder de aandacht gebracht. Op de website van het Rijksvaccinatieprogramma vind je meer informatie en voorbeelden van fabels over vaccineren.
Je mag natuurlijk zelf kiezen of je je (kind) wel of niet wilt (laten) vaccineren. Soms twijfel je. Bijvoorbeeld door alles wat erover wordt gezegd op internet. Wij praten daar graag met je over. Zo kun je voor jezelf of je kind een goede keuze maken. Je eigen jeugdarts of jeugdverpleegkundige kan je extra informatie geven en luisteren naar je twijfels. Zij kunnen je helpen om een keuze te maken die bij jou past.
Je kunt ook een afspraak maken met een arts die over het vaccineren gaat. Bel ons gerust via 088-355 60 00
Bij het RIVM kun je opvragen welke prikken je al hebt gekregen. Neem contact op met RIVM – Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP’s).
De HPV-keuzehulp kan je misschien helpen. Twee digitale assistenten, een moeder en een dokter geven antwoord op jouw vragen.
Kinderen van 4 t/m 12 jaar
Je (kind) kan tot 14 jaar verschillende vaccinaties krijgen. Hier vind je het Rijksvaccinatieschema.
- De meest voorkomende bijwerking is dat de plek van de prik een beetje rood en/of dik wordt. Dit trekt vanzelf weer weg.
- Je krijgt de vaccinaties in je spier. Dit kan spierpijn geven. Dit trekt normaal snel weg.
- Sommige kinderen krijgen lichte koorts. Dit gebeurt het meest na de eerste BMR-vaccinatie (8-12 dagen na de vaccinatie).
- Na de HPV-vaccinatie kun je soms hoofdpijn krijgen. Dit duurt maximaal een paar dagen en gaat vanzelf over.
Heb je andere klachten? Kijk dan hier of neem contact op met je huisarts.
Soms kun je geen prik krijgen. De jeugdverpleegkundige of jeugdarts bespreekt dat dan graag met jou. Neem contact met ze op als:
- je eerder een allergische reactie kreeg na een vaccinatie.
- je koorts hebt of ziek bent op de dag van de vaccinatie.
- je medicijnen gebruikt die invloed hebben op je afweer.
- je lijdt aan een ernstige ziekte.
- je binnen vier weken voor een vaccinatie bloed(producten) hebt gekregen.
- je antistollingsmedicijnen (bloedverdunners) gebruikt of een stollingsstoornis hebt.
- je onder verdoving een operatie krijgt binnen 2 dagen na de vaccinatie.
Als je op internet zoekt naar informatie over vaccineren vind je heel veel websites. Er zijn vooral veel websites van mensen die vaccineren niet helemaal vertrouwen. Het is vaak lastig om te beoordelen of deze informatie klopt. Als verkeerde informatie op het internet staat, dan blijft het heel lang staan. Het wordt ook steeds opnieuw onder de aandacht gebracht. Op de website van het Rijksvaccinatieprogramma vind je meer informatie en voorbeelden van fabels over vaccineren.
Je mag natuurlijk zelf kiezen of je je (kind) wel of niet wilt (laten) vaccineren. Soms twijfel je. Bijvoorbeeld door alles wat erover wordt gezegd op internet. Wij praten daar graag met je over. Zo kun je voor jezelf of je kind een goede keuze maken. Je eigen jeugdarts of jeugdverpleegkundige kan je extra informatie geven en luisteren naar je twijfels. Zij kunnen je helpen om een keuze te maken die bij jou past.
Je kunt ook een afspraak maken met een arts die over het vaccineren gaat. Bel ons gerust via 088-355 60 00
Bij het RIVM kun je opvragen welke prikken je al hebt gekregen. Neem contact op met RIVM – Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP’s).
De HPV-keuzehulp kan je misschien helpen. Twee digitale assistenten, een moeder en een dokter geven antwoord op jouw vragen.
Jongeren van 12 t/m 18 jaar
Je (kind) kan tot 14 jaar verschillende vaccinaties krijgen. Hier vind je het Rijksvaccinatieschema.
- De meest voorkomende bijwerking is dat de plek van de prik een beetje rood en/of dik wordt. Dit trekt vanzelf weer weg.
- Je krijgt de vaccinaties in je spier. Dit kan spierpijn geven. Dit trekt normaal snel weg.
- Sommige kinderen krijgen lichte koorts. Dit gebeurt het meest na de eerste BMR-vaccinatie (8-12 dagen na de vaccinatie).
- Na de HPV-vaccinatie kun je soms hoofdpijn krijgen. Dit duurt maximaal een paar dagen en gaat vanzelf over.
Heb je andere klachten? Kijk dan hier of neem contact op met je huisarts.
Soms kun je geen prik krijgen. De jeugdverpleegkundige of jeugdarts bespreekt dat dan graag met jou. Neem contact met ze op als:
- je eerder een allergische reactie kreeg na een vaccinatie.
- je koorts hebt of ziek bent op de dag van de vaccinatie.
- je medicijnen gebruikt die invloed hebben op je afweer.
- je lijdt aan een ernstige ziekte.
- je binnen vier weken voor een vaccinatie bloed(producten) hebt gekregen.
- je antistollingsmedicijnen (bloedverdunners) gebruikt of een stollingsstoornis hebt.
- je onder verdoving een operatie krijgt binnen 2 dagen na de vaccinatie.
Als je op internet zoekt naar informatie over vaccineren vind je heel veel websites. Er zijn vooral veel websites van mensen die vaccineren niet helemaal vertrouwen. Het is vaak lastig om te beoordelen of deze informatie klopt. Als verkeerde informatie op het internet staat, dan blijft het heel lang staan. Het wordt ook steeds opnieuw onder de aandacht gebracht. Op de website van het Rijksvaccinatieprogramma vind je meer informatie en voorbeelden van fabels over vaccineren.
Je mag natuurlijk zelf kiezen of je je (kind) wel of niet wilt (laten) vaccineren. Soms twijfel je. Bijvoorbeeld door alles wat erover wordt gezegd op internet. Wij praten daar graag met je over. Zo kun je voor jezelf of je kind een goede keuze maken. Je eigen jeugdarts of jeugdverpleegkundige kan je extra informatie geven en luisteren naar je twijfels. Zij kunnen je helpen om een keuze te maken die bij jou past.
Je kunt ook een afspraak maken met een arts die over het vaccineren gaat. Bel ons gerust via 088-355 60 00
Bij het RIVM kun je opvragen welke prikken je al hebt gekregen. Neem contact op met RIVM – Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP’s).
De HPV-keuzehulp kan je misschien helpen. Twee digitale assistenten, een moeder en een dokter geven antwoord op jouw vragen.
Tips, meldingen of klachten over de GGD
Het kan zinvol zijn om je onvrede te bespreken met een medewerker van de afdeling. Vul dan ons contactformulier in. Een medewerker van de afdeling neemt dan contact op. Je kunt ook alleen een tip melden op onze website.
Lost contact met de afdeling niets op of dien je liever een klacht in? Volg dan de stappen op de pagina Indienen klacht. Benoem daarbij je naam, adres, datum, beschrijf de klacht zo goed mogelijk: wanneer gebeurde het, om welke medewerker gaat het en wat is er precies gebeurd.
Ons e-mailadres: klacht@vggm.nl
Ons postadres:
VGGM
T.a.v. klachtenfunctionaris
Postbus 5364
6802 EJ Arnhem
Nadat je de klacht hebt ingediend, sturen wij je een ontvangstbevestiging waarin wordt uitgelegd volgens welke regeling de klacht wordt behandeld. We onderzoeken de klacht en zoeken samen met je naar een oplossing. Soms leent een klacht zich voor een bemiddelingsgesprek. Wij streven er naar de klacht binnen zes weken af te handelen.
De klachtbehandeling voor onze organisatie is in verschillende wetten geregeld. Om die reden zijn er twee regelingen, die hieronder zijn toegelicht.
Nee, er zijn geen kosten verbonden aan het indienen van een klacht. Als je zelf deskundige (rechts)bijstand inschakelt, komen deze kosten wel voor eigen rekening.
Privacy
Alleen medewerkers van de JGZ van GGD Gelderland-Midden kunnen in het Digitaal Dossier van jouw kind kijken. Het dossier kan niet ingezien worden door anderen (bijv. huisarts, scholen, jeugdzorg, enz.). Ook niet als zij wel betrokken zijn bij de zorg voor het kind.
Alle medewerkers van de JGZ hebben een beroepsgeheim. Gegevens uit het dossier worden niet gedeeld zonder toestemming van ouders of jongere boven de 12. Dit mag alleen in bijzondere situaties, en alleen als dat in het belang van het kind is.
Verwijzing
Soms worden kinderen door jeugdarts of jeugdverpleegkundige doorverwezen naar andere hulpverleners, bijv. een huisarts, logopedist of orthopedagoog. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders en/of kind.
Als je het eens bent met de verwijzing gaan we er van uit dat je het ook goed vindt dat we gegevens over de verwijzing doorgeven aan de andere hulpverlener.
Wil je dat niet, laat ons dat dan weten.
Recht op inzage, aanvulling of kopie van het dossier
- We proberen zo goed mogelijk met jou af te stemmen en te laten zien wat we opschrijven in het dossier. Dit geldt voor onderzoeken op het consultatiebureau, bij onderzoeken op school, of bij andere afspraken.
- Wil je buiten deze afspraken graag inzage in het dossier of een kopie van het dossier? Dat kan tot je kind 12 jaar is.
Vanaf 12 jaar moet je kind hiervoor toestemming geven.
Vanaf 16 jaar heb je geen recht meer op inzage of een kopie. Alleen de jongere zelf kan dan vragen om inzage of een kopie. - Als je vindt dat de informatie die in het dossier staat niet klopt, kun je altijd een eigen verklaring toe laten voegen aan het dossier.
- Het achteraf verwijderen of aanpassen van informatie uit het dossier mag niet. Dit mag alleen als de persoonsgegevens niet kloppen, bijv. een verkeerde geboortedatum of verkeerd gespelde naam.
Vernietiging van dossiers
- Als ouders kun je vragen om vernietiging van het dossier van je kind onder de 12 jaar. Tussen de 12 en 16 jaar moet de vraag ook van je kind zelf komen. Vanaf 16 jaar kan alleen je kind zelf hierom vragen.
- Vernietiging van een medisch dossier van kinderen mogen wij weigeren. Dit heeft te maken met onze zorgplicht naar kinderen en jongeren. Wij zijn wettelijk verplicht om alle kinderen in beeld te hebben.
- Het dossier is er voor het kind en kan ook later belangrijk zijn. Jouw kind heeft vanaf 12 jaar recht op inzage in het eigen dossier. Als het dossier vernietigd is, kan dat niet meer.
- Vernietiging kan nooit terug gedraaid worden. Daarom zijn er strenge regels rondom privacy, toestemming en gezag van ouders.
- Een vraag om vernietiging van een dossier zullen wij dan ook altijd heel zorgvuldig bekijken. Het belang van het kind staat daarbij altijd voorop.
- Bij dit soort verzoeken hebben wij 4 weken de tijd om te reageren. We zullen ons besluit altijd toelichten.
- Als je hier vragen over hebt, kun je die bespreken met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Ook kun je bellen of mailen naar de informatie- en afsprakenlijn van de JGZ.
Je hebt het recht om ons te verzoeken jouw gegevens te verwijderen of anoniem te maken. Je kunt je verzoek aan ons doorgeven via onderstaand formulier. Voordat we je gegevens kunnen verwijderen of anoniem maken, moeten we je identiteit controleren. Hoe we dit doen staat uitgelegd in het formulier.
Je hebt het recht om je gegevens in te zien. Je verzoek kun je aan ons doorgeven via onderstaand formulier. Met dit aanvraagformulier vraag je Veiligheidsregio Gelderland-Midden (waar GGD Gelderland-Midden onder valt) om inzage in je gegevens.
Kind en opvoeding
GGD Gelderland-Midden vindt privacy heel belangrijk. Daarom hebben we verschillende maatregelen genomen om zo veilig mogelijk om te gaan met gegevens. Dit gaat ook over veilig mailen en veilig sturen van informatie via de website
Voor de geboorte
Ja, dat mag. Je bespreekt dit met de arts welke vaccinaties je mag hebben. Dit hangt af van hoe lang al zwanger bent en waar je naar toe gaat.
Kinderen van 0 t/m 4 jaar
Het kan zijn dat je kind (nog) niet aangemeld is voor Mijn Kinddossier. Of dat het BSN-nummer van je kind of die van jezelf niet vermeld staat in het dossier. Stuur ons hierover een e-mail. Vermeld in de mail het Burgerservicenummer (BSN), de geboortedatum en achternaam van uw kind en uw eigen BSN (en eventueel die van de andere ouder, zodat hij of zij ook kan inloggen).
Het aantal melkvoedingen hangt af van het lichaamsgewicht en de leeftijd van de baby. In de folder Voeding in het eerste jaar lees je de richtlijn voor melkvoedingen in de eerste weken en maanden. Ook lees je hier de richtlijn voor een rustige overgang naar vaste voeding in het eerste jaar.
Waar kan ik meer informatie over borstvoeding vinden?
Een betrouwbare en uitgebreide site is die van La Leche League. Hier vind je een volledige lijst met alle informatie rondom borstvoeding. Bijvoorbeeld over veelvoorkomende problemen, kolven en het bewaren van moedermelk.
Een betrouwbare en uitgebreide site is die van La Leche League. Hier vind je een volledige A-Z lijst met alle informatie rondom borstvoeding. Denk aan informatie bij borstvoedingsproblemen, adviezen rondom kolven en tips over het bewaren van moedermelk.
Je kunt altijd onze Vragenlijn bellen. De jeugdverpleegkundigen zijn deskundig op het gebied van borstvoeding. Bij aanhoudende problemen en in bijzondere situaties kun je het beste contact opnemen met een lactatiekundige IBCLC voor specialistische ondersteuning en begeleiding.
En wist je dat een groot deel van de kraamzorgorganisaties in Nederland het eerste jaar telefonische ondersteuning door een lactatiekundige aanbiedt? Vraag na bij jouw kraamorganisatie of ze dit ook aanbieden.
Je kunt ook contact opnemen met een vrijwilligster van La Leche League | Contact, dit zijn speciaal opgeleide ervaringsdeskundigen (moeders) die met je kunnen meedenken als je vragen hebt rondom borstvoeding.
In veel gemeentes worden er periodiek inloopochtenden georganiseerd, ook wel ‘het borstvoeding café’ genoemd. Hier kun je samen met je kindje langsgaan om ervaringen met andere moeders te delen, dan wel vragen te stellen aan de aanwezige lactatiekundige/ervaringsdeskundige.
Spruw (schimmelinfectie in de mond) komt veel voor bij baby´s en hoeft geen klachten te geven.
Als je kind alleen uit een fles drinkt hoeft het vaak niet behandeld te worden, vaak gaat het vanzelf over. Als je borstvoeding geeft kan de moeder er ook last van krijgen. De tekenen zijn: jeuk en een branderig gevoel na het voeden en soms kloven en pijnlijke tepels. Moeder en baby moeten daarom allebei gelijktijdig behandeld worden. De instructie voor de behandeling kun je hier lezen. Neem eventueel deze folder mee naar de apotheek of naar de huisarts.
Begin met 6 weken om dagelijks een beetje afgekolfde melk met de fles te geven. Ergens tussen 2 en 4 maanden verdwijnt de automatische zuigreflex bij je baby. Het kan gebeuren dat je baby niet meer weet wat hij met de speen in de mond moet doen als je een paar dagen geen melk uit een fles hebt gegeven. Blijf twee keer per dag ontspannen oefenen zonder druk uit te oefenen. Geef de fles tussen de borstvoeding door, bijvoorbeeld in de wipstoel of liggend in de box. Geef hem de fles om mee te spelen.
Het is belangrijk dat je baby op een ontspannen manier en op zijn eigen tempo de fles kan drinken. Hierbij let je op de signalen die jouw baby geeft. Maak veel contact met je kind tijdens het geven van de fles, leg je telefoon dus even weg. Zorg ervoor dat je baby zelf zijn mondje opent voor de fles met de hapreflex, lees hier meer.
Baby's hebben onrustige momenten en in het begin verandert hun voedings- en slaapritme per week. Lees in de folder Baby in balans wat bij welke fase hoort en wat je kunt doen om je baby te troosten en kalmeren.
De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige weten heel veel over onrustig gedrag bij baby’s en overmatig huilen. Neem daarom gerust contact met ons op als je je zorgen maakt over je baby.
Kom langs op een inloopspreekuur, stuur een e-mail of bel de JGZ-Vragenlijn op (088) 355 6850
of je kunt contact opnemen via de website 'Stel een vraag'. Je krijgt dan een afspraak voor een huisbezoek aangeboden en een Vragenlijst en Dagboek om alvast te gaan invullen. Tijdens het huisbezoek kijken we goed naar de voedingen, jullie ritme en het inslapen van de baby. We maken samen een plan met als doel dat de baby beter gaat ontspannen en slapen.
We verwijzen je graag naar de website van Veiligheid.nl om alles te weten te komen over veilige baby- en kinderproducten, veilig vervoer en wat je kunt doen om een veilige omgeving voor je kind te maken. Er zijn films en checklists over allerlei onderwerpen om je de gevaren te laten zien en zo ongelukken te voorkomen. De Gifwijzer kun je raadplegen als je baby of kind iets heeft ingenomen wat gevaarlijk kan zijn.
Kinderen van 4 t/m 12 jaar
De kinderen komen een voor een in een aparte kamer bij de doktersassistente. Die heeft vooraf de vragenlijst van de ouders en de lijst met bijzonderheden van de onderwijzer gelezen. De doktersassistente begint het onderzoek met een gesprekje. Ze stelt vragen over bijvoorbeeld vriendjes en vriendinnetjes en wat het kind net in de klas heeft gedaan. Is het fijn in de klas?
Hierna weegt de doktersassistente het kind en meet ze de lengte. Bij de 5- en 6-jarige kinderen worden ogen en oren altijd getest. Bij de 10- en 11-jarige kinderen worden deze alleen getest bij twijfels of klachten over zien of horen.
Als er bijzonderheden zijn, krijg je een uitnodiging voor een nieuwe afspraak. Die afspraak is dan op het spreekuur van de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige. Soms belt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige je hierover. Een afspraak op school is namelijk niet altijd nodig. Soms is bespreken via de telefoon voldoende.
Jouw kind krijgt een brief mee met de uitslag van het onderzoek. Hierop staat informatie over lengte en gewicht. Soms zit er informatie of een advies bij de brief. Als jij hiervoor toestemming geeft, krijgt ook de school bericht over de uitslag van het onderzoek.
Als er bijzonderheden zijn, krijg je een uitnodiging voor een nieuwe afspraak. Die afspraak is dan op het spreekuur van de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige. Soms belt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige je hierover. Een afspraak op school is namelijk niet altijd nodig. Soms is bespreken via de telefoon voldoende.
Voor de onderzoeken van jouw kind krijg je informatie thuisgestuurd. Het gaat om een medische vragenlijst, de SDQ en een informatiebrief. De vragenlijsten helpen om een beter beeld te krijgen van je kind. Dat is fijn voor jouzelf, maar ook voor de leerkracht en voor ons. Het is nooit verplicht om de vragenlijsten in te vullen.
SDQ is een Engelse afkorting van Strengths and Difficulties Questionnaire. Dit is een vragenlijst over de sterke kanten van je kind en de moeilijkheden die hij heeft. De vragenlijst geeft goed inzicht in de psychosociale gezondheid van je kind. Dat betekent dat we door de vragenlijst meer weten over de geestelijke gezondheid van je kind en hoe hij zich voelt in de klas en in de buurt.
We sturen de vragenlijsten op in het Nederlands. Er zijn ook vertalingen van deze lijsten in andere talen beschikbaar. De volgorde van vragen is in de verschillende lijsten gelijk. Vraag 3 in het Nederlands is dus bijvoorbeeld dezelfde als vraag 3 in het Turks. Dit kan handig zijn om te weten wanneer je de vragenlijst samen met iemand anders invult.
Ja, meedoen aan onze onderzoeken is altijd vrijwillig. Wij bieden het onderzoek aan alle kinderen aan en ouders of verzorgers krijgen hierover een brief. Als ouders en/of jongeren niet willen deelnemen, kunnen zij dit altijd laten weten. Ouders kunnen bellen, mailen of een brief schrijven.
Jongeren van 12 tot 16 jaar mogen zelf beslissen of zij de vragenlijst willen invullen, maar moeten het wel eens worden met hun ouders. Het kan gebeuren dat een jongere wel mee wil doen, maar dat een ouder dit niet wil, of andersom. Dan gaat onze JGZ-medewerker met beiden in gesprek. Het belang van het kind staat daarbij altijd voorop.
Vanaf 16 jaar mogen jongeren helemaal zelf beslissen of zij wel of niet meedoen aan het onderzoek.
Wij moeten dit onderzoek van de wet aanbieden. Voor het aanbieden van onderzoeken hoeven we niet van tevoren apart om toestemming te vragen aan jou als ouder of verzorger. Wel moeten wij vooraf informatie over het onderzoek opsturen en op onze website zetten. Ouders en jongeren weten daardoor wat de inhoud van het onderzoek is. Deelname is altijd vrijwillig. Zie de vraag ‘Is meedoen vrijwillig?' in de FAQ op deze pagina.
De uitkomsten van de vragenlijst worden opgenomen in het digitaal kinddossier. Dit is een medisch dossier dat alleen toegankelijk is voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Gelderland-Midden. Wij houden ons hiervoor aan de wetgeving rond privacy en bescherming van persoonsgegevens en nemen maatregelen om de informatie te beveiligen. Meer daarover is te lezen op onze pagina met informatie over privacy en het digitale dossier.
Het doel van de vragenlijsten is om jongeren zelf te laten nadenken over hun gezondheid en leefstijl. Ook helpen de vragenlijsten om op tijd mogelijke problemen te ontdekken. Wij gebruiken de vragenlijsten om kinderen en jongeren goed advies en goede voorlichting te kunnen geven en tijdens de gesprekken met je kind.
De vragenlijsten horen bij het programma Gezond leven? Check het even! van de GGD Gelderland-Midden. GGD Gelderland-Midden moet van de wet Jeugdgezondheidszorg bieden aan kinderen tot 18 jaar. Ook moeten wij van de wet een goed beeld krijgen van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Dat doen wij met vragenlijsten en onderzoeken. Vanaf het vierde jaar doen we deze onderzoeken op school.
Jongeren van 12 t/m 18 jaar
Ja, meedoen aan onze onderzoeken is altijd vrijwillig. Wij bieden het onderzoek aan alle kinderen aan en ouders of verzorgers krijgen hierover een brief. Als ouders en/of jongeren niet willen deelnemen, kunnen zij dit altijd laten weten. Ouders kunnen bellen, mailen of een brief schrijven.
Jongeren van 12 tot 16 jaar mogen zelf beslissen of zij de vragenlijst willen invullen, maar moeten het wel eens worden met hun ouders. Het kan gebeuren dat een jongere wel mee wil doen, maar dat een ouder dit niet wil, of andersom. Dan gaat onze JGZ-medewerker met beiden in gesprek. Het belang van het kind staat daarbij altijd voorop.
Vanaf 16 jaar mogen jongeren helemaal zelf beslissen of zij wel of niet meedoen aan het onderzoek.
Wij moeten dit onderzoek van de wet aanbieden. Voor het aanbieden van onderzoeken hoeven we niet van tevoren apart om toestemming te vragen aan jou als ouder of verzorger. Wel moeten wij vooraf informatie over het onderzoek opsturen en op onze website zetten. Ouders en jongeren weten daardoor wat de inhoud van het onderzoek is. Deelname is altijd vrijwillig. Zie de vraag ‘Is meedoen vrijwillig?' in de FAQ op deze pagina.
Door de vragenlijst weten we welke vragen en onderwerpen voor jouw kind belangrijk zijn. Daardoor kunnen we je kind digitale informatie en adviezen geven die bij hem of haar passen. Die helpen je kind bij zijn ontwikkeling.
In de gesprekken die jouw kind heeft met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige kunnen we verder ingaan op de vragen. In de onderbouw krijgt je kind dit gesprek altijd aangeboden, in de bovenbouw alleen als daar een goede reden voor is. Jongeren kunnen zelf ook aangeven of ze dit gesprek wel of niet willen. Een gesprek is nooit verplicht.
De uitkomsten van de vragenlijst worden opgenomen in het digitaal kinddossier. Dit is een medisch dossier dat alleen toegankelijk is voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Gelderland-Midden. Wij houden ons hiervoor aan de wetgeving rond privacy en bescherming van persoonsgegevens en nemen maatregelen om de informatie te beveiligen. Meer daarover is te lezen op onze pagina met informatie over privacy en het digitale dossier.
Heb je nog vragen of zorgen die je met ons wilt delen? Dan horen wij die graag. Het is fijn als jongeren en ouders met ons meedenken. Voor vragen of het maken van een afspraak voor het spreekuur van de Jeugdgezondheidszorg kun je contact opnemen met de informatie- en afsprakenlijn van de JGZ.
Bel ons op werkdagen op telefoonnummer 088 355 60 00 of stuur een e-mail naar ggd@vggm.nl.
Het doel van de vragenlijsten is om jongeren zelf te laten nadenken over hun gezondheid en leefstijl. Ook helpen de vragenlijsten om op tijd mogelijke problemen te ontdekken. Wij gebruiken de vragenlijsten om kinderen en jongeren goed advies en goede voorlichting te kunnen geven en tijdens de gesprekken met je kind.
De vragenlijsten horen bij het programma Gezond leven? Check het even! van de GGD Gelderland-Midden. GGD Gelderland-Midden moet van de wet Jeugdgezondheidszorg bieden aan kinderen tot 18 jaar. Ook moeten wij van de wet een goed beeld krijgen van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Dat doen wij met vragenlijsten en onderzoeken. Vanaf het vierde jaar doen we deze onderzoeken op school.
Seksualiteit en Soa
Slik dan zo snel mogelijk de morning-afterpil, dan is de kans op zwangerschap het kleinst. Slik de pil in ieder geval binnen 5 dagen na het sekscontact, maar het liefst binnen 24 uur. De pil Norlevo pil slik je tot 3 dagen na het sekscontact en de pil EllaOne tot 5 dagen na het sekscontact. De morning-afterpil bestaat uit één pil die je moet innemen.
Als we een soa vinden, krijg je daarvoor een behandeling. Als je een vaste partner hebt, moet hij/zij ook een behandeling krijgen. Dit is om ervoor te zorgen dat jullie elkaar niet opnieuw zullen besmetten, dat heet ook wel het ‘ping-pong’- effect.
Het is ook heel belangrijk dat je ex-partner(s) of ‘losse’ sekspartners laat weten dat zij zich ook moeten laten lesten op soa. De GGD kan jou altijd helpen bij partnerwaarschuwing.
Vragen over seks en seksualiteit
Nee, het soa-onderzoek en eventuele behandeling zijn gratis. Gegevens van je zorgverzekering hebben wij niet nodig.
Nee, niet standaard. Soms is het belangrijk dat de huisarts wél weet van jouw diagnose. Als we gegevens delen met jouw huisarts, gebeurt dat alleen met jouw toestemming. Dan zijn wel je echte naam en geboortedatum nodig. Het is mogelijk dat daarna de huisarts contact met jou opneemt via de telefoon of e-mail.
Voor uw onderzoek of behandeling is het soms nodig om bloed, urine of andere lichaamsmaterialen af te nemen. Na onderzoek blijft er vaak wat van dit bloed of urine over. Het gaat dan om bloed of urine dat voor uw onderzoek of behandeling niet direct meer nodig is. Dit noemen we restmateriaal. In het algemeen bewaard het laboratorium het restmateriaal.
Het bewaren gebeurt voor wanneer u in de toekomst naar de arts gaat. Dit kan ook met nieuwe klachten zijn. Dit bloed en urine kan ook in gezet worden voor wetenschappelijk onderzoek. Meestal gebeurt dat zonder naam. De onderzoeker heeft uw persoonlijke gegevens niet. Het restmateriaal krijgt soms een unieke code.
We gaan ervan uit dat u voor het gebruik van restmaterialen en deze routineonderzoeken uw toestemming geeft. Als u wel bezwaar heeft dan kunt u schriftelijk bezwaar maken bij de GGD. Het adres is Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, Postbus 5364, 6802 EJ, Arnhem. In het medisch dossier komt een aantekening van u bezwaar. Wetenschappelijk onderzoek gebruikt dan niet uw lichaamsmateriaal.
Restmateriaal wordt soms gebruikt voor niet-anoniem onderzoek. De onderzoeker weet dan uw persoonlijke gegevens. Hiervoor moet u altijd duidelijk toestemming geven. U kunt in vrijheid beslissen of u aan het onderzoek wilt meewerken of niet. Wetenschappelijk onderzoek gebruikt het restmateriaal. U hoort in het algemeen geen resultaten van dit onderzoek van de gebruikte restmaterialen. De resultaten van het onderzoek komen als wetenschappelijke artikel in een medisch blad of in de media.
Het kan gebeuren dat de onderzoeker bij het onderzoek met restmateriaal iets ontdekt. Dat kan voor u direct van waarde kan zijn (toevalsbevindingen). Als het om niet-anoniem onderzoek gaat, kan hij dit aan de behandelend arts laten weten. De behandelend arts kan u die informatie mogelijk geven.
U moet dan ervoor de wens te kennen heeft gegeven deze informatie te willen ontvangen. U kan tijdens een bezoek de behandelend arts of verpleegkundige melden als u deze informatie wilt weten. Deze zal dit met u bespreken en een aantekening maken in uw dossier. U hoort geen resultaten bij een onderzoek zonder naam.
De GGD verzamelt gegevens om een beeld te krijgen van de seksuele gezondheid van de inwoners van Nederland. Dit in opdracht van het RIVM.
In deze gegevens is niet te zien over wie het precies gaat. De GGD deelt geen gegevens met een huisarts of een verzekering.
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) verplicht de GDD om een dossier te maken. De reden is dat er soms een behandeling nodig is.
Een goed bijgehouden dossier is belangrijk voor de kwaliteit van zorg aan de patiënt. Een bijgehouden dossier zorgt dat de zorg op een goede manier doorgaat.
Professionals
Aanbieders zijn op grond van artikel 3.4 Wmo2015 verplicht om calamiteiten en geweldsincidenten te melden aan de toezichthouder Wmo. Aanvullend op de wettelijke verplichting van het melden van calamiteiten en geweldsincidenten, moeten ook conform het calamiteitenprotocol “andere gebeurtenissen” gemeld worden. Let op! Voor de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk en Scherpenzeel verwijzen we u naar een andere versie. Onderzoek naar aanleiding van een calamiteit, is nodig om te achterhalen hoe en waarom een gebeurtenis heeft kunnen plaatsvinden. Het onderzoek is gericht op kwaliteitsverbetering; de toezichthouder Wmo kan u adviseren of stimuleren tot het nemen van verbetermaatregelen. Het doel van het onderzoek is ervan te kunnen leren, zodat de kans op herhaling verkleind wordt en de ondersteuning wordt verbeterd.
Binnen 3 werkdagen na constatering van de voorgevallen gebeurtenis doet u uw melding via het meldingsformulier.
Na de melding neemt de toezichthouder contact met je op. De toezichthouder beoordeelt in samenspraak met de gemeente of inkoopregio of er aanleiding bestaat de gebeurtenis nader te onderzoeken. Er zijn 3 mogelijkheden:
- de toezichthouder constateert dat er geen relatie is tussen de gebeurtenis en de kwaliteit van het handelen van de aanbieder en sluit de melding af;
- de toezichthouder laat jou een onderzoek doen naar de gebeurtenis; de toezichthouder beoordeelt daarna het door jou uitgevoerde onderzoek;
- de toezichthouder verricht zelf onderzoek naar de gebeurtenis. Tenslotte stelt de toezichthouder jou en de gemeente/inkoopregio op de hoogte van de bevindingen.
Gezond op reis
Via de link onderaan vind je de vaccinatiekosten. Je betaalt voor het bezoek en voor de vaccinaties. Ook andere producten en recepten moet je betalen.
Je vaccinaties staan apart op de rekening. Als er vervolgvaccinaties of vervolgbezoeken nodig zijn, dan betaal je deze per keer. Je krijgt een factuur per mail als je na het bezoek betaalt. In Ede kun je alleen pinnen.
We bespreken tijdens het bezoek of we de vaccinaties meteen geven.
Ja, dat mag. Je bespreekt dit met de arts welke vaccinaties je mag hebben. Dit hangt af van hoe lang al zwanger bent en waar je naar toe gaat.
Je kunt eigenlijk altijd bij de GGD een afspraak maken. Het beste is om 6 weken voor vertrek een afspraak te maken. De GGD kan dan een advies op maat geven. Je hebt dan ook nog tijd voor een tweede afspraak voor meer vaccinaties.
Dit ligt aan de verzekering. En je moet de rekening zelf doorsturen naar de zorgverzekeraar.