Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Apenpokkenvirus
In verschillende landen zijn in korte tijd besmettingen met het apenpokkenvirus gevonden. Sinds 20 mei zijn ook in Nederland enkele besmettingen met het apenpokkenvirus (monkeypox) bevestigd. Het apenpokkenvirus komt voor in Centraal- en West-Afrika en wordt af en toe door reizigers 'meegenomen' naar andere landen. Het ministerie van VWS heeft het virus aangemerkt als een ‘A-ziekte’. Dat betekent dat artsen, laboratoria en andere behandelaren nieuwe besmettingen of vermoedens daarvan direct moeten melden bij de GGD. Zo kunnen we de verspreiding van het virus in de gaten houden en voorkomen.
Besmetting en klachten
Je kunt besmet worden na nauw contact met iemand die het virus bij zich heeft (huid- en slijmvliescontact). Het virus kan binnendringen via je slijmvliezen (bijvoorbeeld mond, neus, ogen) en open wondjes. Het virus kan zich ook verspreiden via druppels uit blaasjes of uit de mond-keelholte. Maar niet via zwevende druppeltjes in de lucht, zoals bij het coronavirus.
Bij mensen zijn de klachten meestal mild. De ziekte begint vaak met koorts, hoofdpijn, spierpijn, gezwollen lymfeklieren, rillingen en moeheid. Na een tot drie dagen krijg je een uitslag die meestal in het gezicht begint en zich daarna verspreidt over het lichaam. Deze uitslag begint met vlekken die overgaan in blaasjes. Na het indrogen van de blaasjes blijven korsten over, die uiteindelijk na twee tot drie weken van de huid afvallen. de blaasjes en korstjes zijn besmettelijk voor anderen. Zodra de korstjes weg zijn, zijn alle andere symptomen meestal ook verdwenen en ben je genezen. De meeste mensen herstellen binnen 4 weken na de eerste klachten.
Denk je dat je het virus hebt?
Neem telefonisch contact op met je eigen huisarts. Hij of zij zal beoordelen of je klachten kunnen passen bij het apenpokkenvirus. De huisarts zal, als nodig, overleggen met de GGD of testen op het virus nodig is.
Wat doet de GGD bij het apenpokkenvirus?
In de bestrijding van een meldingsplichtige infectieziekte heeft de GGD een vaste rol. Nadat de GGD van artsen of laboratoria een melding van een mogelijke besmetting krijgt, informeert zij het RIVM en start de GGD met bron- en contactonderzoek. Dit is standaard bij een meldingsplichtige infectieziekte zoals bijvoorbeeld mazelen of legionellose en hoort dus bij de vaste werkzaamheden van de GGD’en.
Het RIVM en VWS bepalen eventuele richtlijnen voor maatregelen zoals quarantaine, isolatie, testen en vaccineren. De GGD'en voeren deze richtlijnen uit. Meer informatie hierover vind je op de website van het RIVM.
Belangrijk om te weten is dat mensen niet zelf een pokkenvaccinatie aan kunnen vragen. Alleen mensen die een grote kans hebben om de ziekte te krijgen, krijgen de vaccinatie aangeboden. Als uit het bron- en contactonderzoek blijkt dat je een risicocontact van iemand met monkeypox bent dan neemt de GGD contact met je op. Onze medewerkers bespreken met je wat de vervolgstappen zijn, bijvoorbeeld vaccinatie. Het heeft geen zin om hierover zelf met de GGD contact op te nemen.
Meer informatie
Meer informatie over het virus vind je op de website van het RIVM. De antwoorden op de meest-gestelde vragen over de apenpokken zijn te vinden op deze webpagina van het RIVM.