Vragenlijst gezondheidsmonitor 2024

Hieronder vindt de voorbeeldvragen van de Gezondheidsmonitor Volwassen en ouderen 2024. U kunt alleen meedoen aan dit onderzoek als u een uitnodiging van ons heeft ontvangen. In de vragenlijst staan vragen over gezondheid, welzijn en leefstijl. Deelname aan het onderzoek is vrijwillig. U kunt er altijd voor kiezen om bepaalde vragen niet te beantwoorden of uw deelname te stoppen.

Algemeen

A1. Wat is uw geboortejaar?

A2. Bent u ...?

  • Een man
  • Een vrouw
  • Non-binair
  • Anders dan bovenstaande

A3. Met welke personen woont u samen?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

  • Met een partner / echtgenoot of echtgenote
  • Met kind(eren) jonger dan 4 jaar
  • Met kind(eren) van 4 t/m 11 jaar
  • Met kind(eren) van 12 t/m 17 jaar
  • Met kind(eren) van 18 jaar of ouder
  • Met mijn ouder(s) / verzorger(s)
  • Met een andere volwassene / andere volwassenen
  • Ik woon niet samen met een partner, maar heb wel een vaste relatie
  • Ik woon alleen

A4. Wat is uw hoogst afgeronde opleiding (met diploma of getuigschrift)?

  • Geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt)
  • Lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs)
  • Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals ambachts- of huishoudschool, lts, leao, lhno, vmbo-b, vmbo-k, speciaal- of praktijkonderwijs)
  • Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals (m)ulo, mavo, vmbo-g, vmbo-t, mbo-kort, mbo-1)
  • Middelbaar beroepsonderwijs (zoals vakopleidingen bakker of kapper, mbo-lang, mts, meao, bol, bbl, mbo-2, mbo-3, mbo-4)
  • Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals hbs, mms, havo, vwo, atheneum, gymnasium)
  • Hoger beroepsonderwijs (zoals kweekschool, hbo, hts, heao, hbo-v, kandidaats of bachelor wetenschappelijk onderwijs)
  • Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal of master, postdoctoraal, hbo-master)

Gezondheid

B1. Hoe is over het algemeen uw gezondheid?

  • Zeer goed
  • Goed
  • Gaat wel
  • Slecht
  • Zeer slecht

B2. Heeft u één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? 
Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer.

  • Ja 
  • Nee

B3. Bent u door problemen met uw gezondheid beperkt in uw dagelijks leven?

  • Ja, ernstig beperkt 
  • Ja, wel beperkt maar niet ernstig
  • Nee, helemaal niet beperkt  (GA NAAR VRAAG B5)

B4. Duurt deze beperking al 6 maanden of langer?

  • Ja
  • Nee

B5. Heeft u op dit moment gezondheidsklachten die (mogelijk) door het coronavirus komen?

  • Ja
  • Nee (GA NAAR VRAAG B9)

B6. Hoelang heeft u deze klachten door het coronavirus al?

  • Korter dan 3 maanden (GA NAAR VRAAG B9)
  • 3 tot 12 maanden
  • 1 tot 3 jaar
  • 3 jaar of langer

B7. Bent u door deze klachten door het coronavirus beperkt in uw dagelijks leven?

  • Ja, ernstig beperkt 
  • Ja, wel beperkt maar niet ernstig
  • Nee, helemaal niet beperkt

B8. Heeft een arts vastgesteld dat u long covid / post-covid heeft?

  • Ja
  • Nee

B9. Bij de volgende vragen gaat het erom wat u normaal kunt doen. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Kunt u een gesprek volgen in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)?
Kunt u met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)?
Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
Kunt u een voorwerp van 5 kg (bijvoorbeeld een volle boodschappentas) 10 meter dragen?
Kunt u als u staat, bukken en iets van de grond oppakken?
Kunt u 400 meter aan een stuk lopen, zonder stil te staan (zo nodig met stok of rollator)? 

  • Ja, zonder moeite
  • Ja, met enige moeite
  • Ja, met grote moeite
  • Nee, dat kan ik niet

B10. Heeft u of iemand in uw huishouden de laatste 12 maanden een medische behandeling of tandheelkundige behandeling nodig gehad, maar deze niet ontvangen?

  • Ja
  • Nee

B11. Heeft u in de laatste 2 weken slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt op doktersvoorschrift?
Zoals oxazepam (Seresta), temazepam (Normison), diazepam (Stesolid), lorazepam (Temesta), zopiclon (Imovane) of zoldipem (Stilnoct). 

  • Ja
  • Nee

B12. Geef voor elk van de volgende situaties aan hoe makkelijk of moeilijk ze voor u zijn.
Geef op iedere regel uw antwoord. 
Hoe makkelijk of moeilijk is het voor u om:

Te beoordelen wanneer u misschien een tweede arts om advies moet vragen?
Een beslissing over uw ziekte te nemen met informatie van de arts?
Informatie te vinden over hoe u kunt omgaan met psychische problemen zoals stress of depressie?
Te beoordelen of de informatie in de media over gezondheidsrisico’s klopt?
Informatie te vinden over activiteiten die goed zijn voor uw geestelijk welzijn?
Informatie in de media te begrijpen over hoe u gezonder kunt worden?

  • Heel makkelijk
  • Makkelijk
  • Moeilijk
  • Heel moeilijk

Vallen

C1. Bent u bezorgd om te vallen?

  • Ja
  • Nee

C2. Bent u in de laatste 12 maanden gevallen?

  • Ja, 1 keer
  • Ja, 2 keer of vaker
  • Nee (GA NAAR VRAAG D1)

C3. Bent u in de laatste 12 maanden gewond geraakt bij een val? 
Zoals een open wond, kneuzing, verstuiking of botbreuk.

  • Ja
  • Nee

C4. Waar bent u de laatste keer gevallen?

  • In huis
  • Rondom het huis
  • Ergens anders
  • Weet ik niet meer

Welbevinden

D1. De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de laatste 4 weken.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden?
Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?
Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen?
Hoe vaak voelde u zich hopeloos?
Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig?
Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten?
Hoe vaak voelde u zich somber of depressief?
Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte?
Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken?
Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos?

  • Altijd
  • Meestal
  • Soms
  • Af en toe
  • Nooit

D2. Heeft u in de laatste 4 weken last gehad van stress? 
Bijvoorbeeld door werk, studie, opvoeding, gezondheid, mantelzorg, geldzaken, sociale media.

  • Nee, (bijna) niet (GA NAAR VRAAG D4)
  • Ja, een beetje stress
  • Ja, veel stress 
  • Ja, heel veel stress

D3. Op welke gebieden ervaarde u deze stress? 
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

  • Werk
  • Studie
  • Relatie
  • Familie of vrienden
  • Opvoeding / kinderen
  • Wonen
  • Gezondheid
  • Mantelzorg
  • Geldzaken
  • Sociale media
  • Anders

D4. De volgende uitspraken gaan over hoe u zich voelde in de laatste 4 weken. 
Weet u niet zeker wat u moet antwoorden op een vraag? Geef dan het best mogelijke antwoord.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Ik kan heel goed omgaan met tegenslagen.
Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties.
Na een moeilijke periode ben ik snel weer de oude.
Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden.
Elke ervaring in het leven maakt mij sterker.

  • Zelden
  • Soms
  • Af en toe
  • Regelmatig
  • Meestal
  • Bijna altijd
  • Altijd

D5. Kunt u voor elk van onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het ermee eens bent?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen.
Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen.
Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen.
Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven.
Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben.
Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af.
Ik kan ongeveer alles als ik m’n zinnen erop gezet heb.

  • Helemaal mee eens
  • Mee eens
  • Niet mee eens, niet mee oneens
  • Niet mee eens
  • Helemaal niet mee eens

Acceptatie

E1. Hoe vindt u het als…
Geef op iedere regel uw antwoord.

twee mannen elkaar in het openbaar zoenen?
twee vrouwen elkaar in het openbaar zoenen?
een man en vrouw elkaar in het openbaar zoenen?

  • Veel moeite mee
  • Moeite mee
  • Neutraal
  • Geen moeite mee
  • Totaal geen moeite mee

E2. In hoeverre bent u het eens met onderstaande stellingen?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Homoseksuele paren moeten dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen.
LHBTIQ+ voorlichting vanuit overheidsinstelling en op scholen moet worden verboden.
Er is iets mis met mensen die zich geen man of vrouw voelen.
Als iemand goed heeft nagedacht over het veranderen van zijn of haar geslacht, dan is een operatie een goed idee.

  • Helemaal mee oneens
  • Oneens
  • Niet eens / niet oneens
  • Eens
  • Helemaal mee eens

E3. Voelt u zich wel eens gediscrimineerd bijvoorbeeld vanwege uw geloof of huidskleur, uw seksuele voorkeur, of uw leeftijd?

  • Nee, nooit
  • Ja, soms
  • Ja, vaak

Sociale contacten

F1. Wilt u voor elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse probleempjes terecht kan.
Ik mis een echt goede vriend of vriendin.
Ik ervaar een leegte om mij heen.
Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen.
Ik mis gezelligheid om mij heen.
Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt.
Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen.
Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel.
Ik mis mensen om mij heen.
Vaak voel ik me in de steek gelaten.
Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht.

  • Ja
  • Min of meer
  • Nee


De volgende vragen gaan over uw sociale contacten. Hiermee bedoelen we familieleden, vrienden, kennissen of buren, maar niet hulpverleners.
F2. Wilt u voor elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die de laatste tijd op u van toepassing is? 
Geef op iedere regel uw antwoord.

Ik heb mensen om me heen die me willen helpen, die bijvoorbeeld klusjes voor me willen doen.
Ik heb iemand met wie ik goed kan praten over persoonlijke problemen.
Ik ga voor de gezelligheid bij familie, vrienden, kennissen of buren langs, of ze komen bij mij thuis langs.

  • Ja
  • Min of meer
  • Nee

F3. Hoe vaak hebt u contact met buren of mensen die bij u in de straat wonen?

  • Minstens 1 keer per week
  • 3 keer per maand
  • 2 keer per maand
  • 1 keer per maand
  • Minder dan 1 keer per maand
  • Zelden of nooit

F4. Hieronder wordt een aantal stellingen gegeven. Wilt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
Geef op iedere regel uw antwoord.

De mensen in mijn buurt kunnen in het algemeen slecht met elkaar opschieten
Werken is slechts een manier om geld verdienen.

  • Helemaal eens
  • Beetje eens
  • Niet eens/ niet oneens
  • Beetje oneens
  • Helemaal oneens

Aandoeningen

G1. Wilt u bij de volgende ziekten en aandoeningen aangeven of u die nu heeft of in de laatste 12 maanden heeft gehad?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Diabetes (suikerziekte)
Hart- en vaatziekten
COPD
Gewrichtsslijtage (artrose)
Kanker

  • Ja
  • Nee

Lengte en gewicht

H1. Hoe lang bent u? (zonder schoenen)

H2. Hoeveel weegt u zonder kleren? (afronden op hele kilo's) 
Bent u zwanger? Vul dan het gewicht van vóór uw zwangerschap in.

Roken, alcohol en drugs

I1. Rookt u weleens?
Het gaat om alle soorten tabaksproducten. Vapes of e-sigaretten tellen niet mee. Ook het verhitten van tabak of heatsticks telt niet mee.

  • Ja (GA NAAR VRAAG I3)
  • Nee

I2. Heeft u vroeger wel gerookt?

  • Ja 
  • Nee

I3. Gebruikt u weleens een vape of e-sigaret?

  • Ja 
  • Nee

I4. Heeft u in de laatste 12 maanden weleens alcohol gedronken, bijvoorbeeld bier, wijn, sterke drank, mixdrankjes of cocktails?
Dranken met weinig alcohol tellen wel mee. Dranken zonder alcohol (0,0%) tellen niet mee.

  • Ja (GA NAAR VRAAG I6)
  • Nee

I5. Heeft u ooit alcohol gedronken?

  • Ja (GA NAAR VRAAG I12)
  • Nee (GA NAAR VRAAG I12)

I6. Op hoeveel van de 4 door-de-weekse dagen (maandag t/m donderdag) drinkt u gemiddeld genomen alcohol?

  • 4 dagen
  • 3 dagen
  • 2 dagen
  • 1 dag
  • Minder dan 1 dag 
  • Ik drink nooit doordeweeks (GA NAAR VRAAG I8)

I7. Hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld op zo’n door-de-weekse dag?

  • 16 of meer glazen
  • 11 - 15 glazen
  • 7 - 10 glazen
  • 6 glazen
  • 5 glazen
  • 4 glazen
  • 3 glazen
  • 2 glazen
  • 1 glas

I8. Op hoeveel van de 3 weekend-dagen (vrijdag t/m zondag) drinkt u gemiddeld genomen alcohol?

  • 3 dagen
  • 2 dagen
  • 1 dag
  • Minder dan 1 dag
  • Ik drink nooit in het weekend (GA NAAR VRAAG I10)

I9. Hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld op zo’n weekend-dag?

  • 16 of meer glazen
  • 11 - 15 glazen
  • 7 - 10 glazen
  • 6 glazen
  • 5 glazen
  • 4 glazen
  • 3 glazen
  • 2 glazen
  • 1 glas

I10. Hoe vaak heeft u in de laatste 6 maanden 4 of meer glazen alcohol op één dag gedronken?

  • Meer dan 1 keer per week
  • 1 keer per week
  • 1 - 3 keer per maand
  • Minder dan 1 keer per maand
  • Nooit (GA NAAR VRAAG I12)

I11. Hoe vaak heeft u in de laatste 6 maanden 6 of meer glazen alcohol op één dag gedronken?

  • Meer dan 1 keer per week
  • 1 keer per week
  • 1 - 3 keer per maand
  • Minder dan 1 keer per maand
  • Nooit

I12. Heeft u de volgende middelen weleens gebruikt?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Cannabis (hasj, wiet of marihuana) 
XTC (ecstacy, MDMA) 
Amfetamine (pep of speed) 
Designerdrugs (zoals 3-MMC, 4-MMC/Miauw Miauw/Mephedrone) 
Cocaïne (snuifcoke/sos/coke/wit)

  • Nee, nooit gebruikt
  • Ja, in de laatste 4 weken
  • Ja, in de laatste 12 maanden, maar niet in de laatste 4 weken
  • Ja, langer dan 12 maanden geleden

Voeding

J1. Hoeveel dagen in de week eet u meestal: 
Geef op iedere regel uw antwoord.

Groente    
Fruit
Vis
Vlees
Peulvruchten (zoals linzen, kikkererwten, bruine bonen)
Volkoren producten (zoals volkorenbrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst)
Snacks (zoals koek, chips, snoep, bitterballen)
Zuivelproducten (zoals melk, yoghurt, kaas)
Gezoete dranken (zoals thee/koffie met suiker, frisdrank)
Een zelfgemaakte warme maaltijd
Een kant-en-klaar maaltijd of diepvriesmaaltijd
Een maaltijd die aan huis is bezorgd of die u heeft afgehaald

  • Nooit
  • Minder dan 1 dag per week
  • 1-3 dagen per week
  • 4-6 dagen per week
  • 7 dagen per week

Bewegen

De volgende vragen gaan over bewegen. Elke vraag gaat over een andere activiteit. Denk bij de vragen aan een normale week in de laatste maanden.

K1. Woon-werkverkeer

Hoeveel dagen per week gaat u lopend naar uw werk of school?
Hoeveel dagen per week gaat u op de fiets naar uw werk of school?

K2. Lichamelijke activiteit op werk of school

Hoeveel uur gemiddeld per week doet u licht of matig inspannend werk op uw werk of school? Denk aan zittend of staand werk, zoals werk op een kantoor waarbij u soms loopt en af en toe iets moet tillen.
Hoeveel uur gemiddeld per week doet u zwaar inspannend werk op uw werk of school? Denk aan werk waarbij u veel moet lopen of werk waarbij u vaak zware dingen moet tillen.

K3. Huishoudelijke activiteiten

Hoeveel dagen per week doet u licht of matig inspannend huishoudelijk werk? Denk aan koken, strijken, stofzuigen of opruimen.
Hoeveel dagen per week doet u zwaar inspannend huishoudelijk werk? Denk aan zware boodschappen de trap op tillen, meubels verplaatsen of op uw knieën de vloer schoonmaken.

K4. Vrije tijd

Hoeveel dagen per week gaat u wandelen? Lopen naar het werk of school telt niet mee.
Hoeveel dagen per week gaat u fietsen? Fietsen naar het werk of school telt niet mee.
Hoeveel dagen per week werkt u in de tuin?
Hoeveel dagen per week klust u in uw vrije tijd?

K5. Sport

Welke sporten doet u?
Denk aan fitness / conditietraining, tennis, hardlopen, of voetbal. U kunt 4 sporten opgeven. Als u niet aan sport doet, kunt u de vraag overslaan.

K6. Bent u lid van een sportvereniging?

  • Ja
  • Nee

Mentale gezondheid

L1. De volgende vragen gaan over hoe u zich in de laatste 4 weken heeft gevoeld. Geef het antwoord dat het beste aansluit bij hoe u zich heeft gevoeld.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Voelde u zich erg zenuwachtig?
Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
Voelde u zich kalm en rustig?
Voelde u zich neerslachtig en somber?
Voelde u zich gelukkig? 

  • Voortdurend
  • Meestal
  • Vaak
  • Soms
  • Zelden
  • Nooit

Mantelzorg en vrijwilligerswerk

Mantelzorg is de zorg die u geeft aan bekenden die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt zijn. Denk aan uw partner, ouders, kind, buren of vrienden. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.

M1. Geeft u mantelzorg?

  • Ja
  • Nee (GA NAAR VRAAG M5)

M2. Hoeveel uur mantelzorg geeft u gemiddeld per week, reistijd meegerekend?
Afronden op hele uren.

Gemiddeld ... uur per week

M3. Hoelang geeft u al mantelzorg?

  • Korter dan drie maanden
  • Drie maanden of langer

M4. Sommige mensen voelen zich erg belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Hoe belast voelt u zich door het geven van mantelzorg?

  • Niet of bijna niet belast
  • Een beetje belast
  • Redelijk zwaar belast
  • Erg zwaar belast
  • Overbelast

M5. Doet u vrijwilligerswerk? 
We bedoelen werk dat onbetaald wordt uitgevoerd bij een (sport)vereniging, kerk, school of andere organisatie.

  • Ja
  • Nee

Vrije tijd

N1. Hieronder staat een aantal activiteiten. Wilt u aangeven hoe vaak u deze activiteiten doet?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Op bezoek gaan / bezoek ontvangen.
Contacten onderhouden via telefoon of internet (bijv. e-mail, Skype/Facetime, Whatsapp, Facebook/Instagram).
Verenigingsactiviteiten doen.
Hobby uitvoeren / cursus volgen met anderen.
Bezoek aan en/of actief binnen de kerk, moskee, enz.
Klusjes bij anderen doen.
Deelname aan activiteiten in de buurt.
Bibliotheek bezoeken.
Recreatieve of culturele activiteiten doen (bijv. bezoek dierentuin, park, museum of bioscoop).

  • (Vrijwel) dagelijks
  • Wekelijks
  • Een paar keer per maand
  • Eén keer per maand of minder
  • (Vrijwel) nooit

N2. Wat geldt voor u?

Ik geef geld aan goede doelen

  • Ja
  • Nee

Ik doe af en toe iets voor de buren

  • Ja
  • Nee

Ik breng glas naar de glasbak

  • Ja, altijd
  • Ja, soms
  • Nee, nooit

N3. Kunt u internet gebruiken voor de volgende activiteiten?

Informatie opzoeken.
Aanvragen doen of afspraken maken (zoals bij gemeente of huisarts).
Internetbankieren.
Online producten aanschaffen (boodschappen, theaterkaarten, kleding of vakantieverblijf boeken).
E-mailen, chatten, berichten versturen (zoals Whatsapp).
Beeldbellen (zoals Teams, Skype of Facetime).
Social media (zoals Facebook, LinkedIn, X of Instagram).

  • Ja
  • Met beetje moeite
  • Met veel moeite
  • Kan ik niet
  • Niet van toepassing

N4. Kunt u, geheel zelfstandig, uw (financiële) administratie doen (bijv. verzekeringen, rekeningen betalen)?

  • Ja, zonder enige moeite
  • Ja, maar wel met enige moeite
  • Ja, maar met veel moeite
  • Nee, alleen met hulp van anderen

N5. Kunt u, geheel zelfstandig, gebruik maken van eigen of openbaar vervoer?

  • Ja, zonder enige moeite
  • Ja, maar wel met enige moeite
  • Ja, maar met veel moeite
  • Nee, alleen met hulp van anderen

Nare gedachten

O1. Heeft u er in de laatste 12 maanden weleens serieus over gedacht om een eind te maken aan uw leven?

  • Nooit
  • Een enkele keer
  • Af en toe
  • Vaak
  • Heel vaak

Heeft u hulp nodig? Neem dan 24/7 gratis en anoniem contact op met 0800-0113 of chat op 113.nl.

Geluidhinder

P1. Denk bij deze vraag aan de laatste 12 maanden. Welk getal van 0 tot 10 geeft het beste aan in welke mate geluid van de onderstaande bronnen u hindert, stoort of ergert wanneer u thuis bent?
Als een geluid bij u thuis niet hoorbaar is, kunt u dit in de laatste kolom aangeven.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Verkeer op wegen waar je harder mag dan 50 km/uur
Verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur
Treinverkeer
Vliegverkeer
Brommers / scooters
Buren
Bedrijven / industrie
Windturbines / windmolens
Warmtepompen / airco’s

  • 0 (Ik ben helemaal niet gehinderd)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10 (Ik ben extreem gehinderd)
  • Niet hoorbaar
     

Slaapverstoring

Q1. Denk bij deze vraag aan de laatste 12 maanden. Welk getal van 0 tot 10 geeft het beste aan in welke mate geluid van de onderstaande bronnen uw slaap verstoort wanneer u thuis bent? 
Als een geluid bij u thuis niet hoorbaar is, kunt u dit in de laatste kolom aangeven.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Verkeer op wegen waar je harder mag dan 50 km/uur
Verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur
Treinverkeer
Vliegverkeer
Brommers / scooters
Buren
Bedrijven / industrie
Windturbines / windmolens
Warmtepompen / airco’s

  • 0 (Mijn slaap is helemaal niet verstoord)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10 (Mijn slaap is extreem verstoord)
  • Niet hoorbaar 
     

Geurhinder

R1. Denk bij deze vraag aan de laatste 12 maanden. Welk getal van 0 tot 10 geeft het beste aan in welke mate geur van de onderstaande bronnen u hindert, stoort of ergert wanneer u thuis bent? 
Als u een geur bij u thuis niet ruikt, kunt u dit in de laatste kolom aangeven.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Open haard / allesbrander / andere houtkachel
Vuurkorf / barbecue / terrashaard
Riolering / waterzuivering
Landbouw / veeteelt
Andere bedrijven / industrie
Wegverkeer

  • 0 (Ik ben helemaal niet gehinderd)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10 (Ik ben extreem gehinderd)
  • Ruik ik niet

Woning en woonomgeving

S1. Hoe tevreden bent u met uw woning en woonomgeving? 
Geef een rapportcijfer van 1 tot 10, 1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevreden.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Woning
Woonomgeving
Groen in uw buurt
Wandel- en fietsmogelijkheden in de buurt
Rustige plekken in buurt
Plekken in de buurt waar ik andere mensen buiten kan ontmoeten

  • 1 (Zeer ontevreden)
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10 (Zeer tevreden)

S2. Kunt u tijdens een lange periode van warm weer verkoeling vinden binnen en buiten uw woning?
Geef een rapportcijfer van 1 tot 10, 1 = vrijwel onmogelijk, 10 = heel goed mogelijk.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Binnen in uw woning
Buiten (balkon / tuin / buurt)

  • 1 (Vrijwel onmogelijk)
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10 (Heel goed mogelijk)

S3. Hoe houdt u uw woning koel bij warm weer?
Geef op iedere regel uw antwoord

Airco/ander koelsysteem  
Buitenzonwering  
Ik zet de ramen ’s nachts open  

  • Ja
  • Nee

S4. De volgende vragen gaan over uw woning in de laatste 12 maanden. Wilt u met ja of nee aangeven of het onderstaande geldt voor uw woning?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Er is in mijn huis dagelijks gerookt
Er zijn schimmel- of vochtplekken in mijn woon- of slaapkamer
Ik vind dat ik mijn huis voldoende kan ventileren

  • Ja
  • Nee

S5. Woont u in een huur- of koopwoning?

  • Koopwoning
  • Huurwoning

S6. Hoe vaak stookt u of een huisgenoot: 
Denk bij deze vraag aan de laatste 12 maanden.
Geef op iedere regel uw antwoord 

In de winter:   
   Pelletkachel  
   Open haard  
   Houtkachel/allesbrander  
In de zomer:
   BBQ (op kooltjes of hout)  
   Vuurkorf/terrashaard  

  • (Bijna) dagelijks
  • Paar keer per week
  • Paar keer per maand
  • (Bijna) nooit/heb ik niet  
     

Werk en financiële situatie

T1. Welke situatie is op u van toepassing? 
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

  • Ik heb betaald werk, 1-19 uur per week
  • Ik heb betaald werk, 20 uur of meer per week
  • Ik ben met pensioen (AOW, prepensioen)
  • Ik ben werkloos / werkzoekend (geregistreerd bij het UWV)
  • Ik ben arbeidsongeschikt (WAO, WAZ, WIA, Wajong)
  • Ik heb een bijstandsuitkering
  • Ik ben huisvrouw / huisman
  • Ik volg onderwijs / ik studeer

T2. Heeft u de laatste 12 maanden moeite gehad om van het inkomen van uw huishouden rond te komen?

  • Nee, geen enkele moeite
  • Nee, geen moeite, maar ik moet wel opletten op mijn uitgaven
  • Ja, enige moeite
  • Ja, grote moeite

T3. Heeft uw huishouden meestal voldoende geld om de volgende dingen te doen?
Geef op iedere regel uw antwoord.

Uw huis goed verwarmen
Lidmaatschap van sportclub of vereniging betalen
Bij vrienden of familie op visite gaan

  • Ja
  • Nee

T4. Heeft u financiële problemen?

  • Ja
  • Nee

T5. Bent u in staat een onverwachte noodzakelijke uitgave van 1.000 euro te betalen zonder daarvoor schulden te maken of leningen aan te gaan?

  • Altijd
  • Meestal
  • Soms
  • Meestal niet
  • Nooit

T6. Hieronder staan vragen over schulden en betalingsachterstanden.
Geef op iedere regel uw antwoord.

Heeft u meer dan 3 soorten betalingsachterstanden (bijv. huurschuld, betalingsachterstand winkelpas/creditcard, aflossing lening, energiekosten, waterkosten)?
Heeft u een betalingsachterstand die 12 maanden of langer duurt?
Heeft u een betalingsachterstand die groter is dan €1000,-?
Heeft u tenminste één betalingsachterstand die u niet zelfstandig binnen 12 maanden kan oplossen?
Heeft u een betalingsachterstand waarvoor u hulp hebt gevraagd bij hulpverleningsinstanties?

  • Ja
  • Nee