Met Turks-Nederlandse moeders praten over kinderen vaccineren

Kinderen vaccineren tegen corona is een gevoelig onderwerp. Een taalbarrière erbij maakt het nog wat lastiger. Hoe kan de GGD dan toch goede voorlichting geven? Zodat mensen daarna zelf een afgewogen keuze kunnen maken. Een kijkje achter de schermen bij een bijeenkomst voor Turks-Nederlandse moeders in Ede. 

“Zulke bijeenkomsten houden we vaker”, zegt Sandra, doelgroepdeskundige in de Gelderse Vallei. “We gaan naar taalcafés voor statushouders en buurthuizen om op locatie in gesprek te gaan met mensen over coronavragen. Met een locatiemedewerker hadden we vooraf de vragen geïnventariseerd. Daaruit bleek dat er veel onduidelijkheid was over het vaccineren van kinderen. De voorlichting hebben we daar bewust op ingestoken.”

Luisteren en angst wegnemen 

“Onze GGD schuift vaker aan in ‘huiskamers’”, beamen corona-artsen Latoya en Susana, die collega’s hielpen in de voorbereiding. Latoya: “We merken dat die setting prettig is om echt contact te maken. Susana en ik hebben meegedacht over het goed beantwoorden van de vooraf opgehaalde vragen.” 

De moeders hadden vooral vragen over de bijwerkingen en veiligheid van een coronavaccinatie voor kinderen. Susana: “Omdat we nog vroeg in het vaccinatieprogramma zitten voor kinderen van 5 tot 12 jaar, wordt daar veel over gesproken. Daardoor kan het gerucht dat vaccineren niet veilig zou zijn zich makkelijk verspreiden.”
  
Terwijl uit wetenschappelijk onderzoek juist blijkt dat vaccinaties bij kinderen veilig zijn, zo benadrukt Susana: “Als mensen dat tegengeluid horen, geeft dat hun vertrouwen in vaccineren een boost. Aan het begin van de coronapandemie waren mensen door onbekendheid soms ook onterecht bang. Zoals voor het vaccin AstraZeneca. Met goede voorlichting nemen we angst weg.” 

“Het draait het om de kernboodschap: het is veilig om je kind te laten vaccineren en er zijn zelden ernstige bijwerkingen”, vult Latoya aan. “We wilden geen overload aan informatie meegeven. We hebben ons verplaatst in wat er leeft bij de moeders en daar op ingespeeld. In de Turkse gemeenschap is bijvoorbeeld een belangrijke vraag of een vaccin halal is. Voor ons klinkt dat logisch, maar we begrijpen die vraag en staan daar bij stil.”

Spontaan meer gezondheidsvragen 

Frederieke was één van de GGD’ers die met de moeders om de tafel zat: “We sloten aan bij het wekelijkse koffiemoment”, vertelt Frederique over haar ervaringen. “We zaten aan een grote tafel. De belangrijkste vraag van de moeders bleek inderdaad: laat ik mijn kind wel of niet vaccineren.” 

Frederieke en collega’s wisten hier goed raad mee. “De voor- en nadelen van het kinderdosis Pfizer-vaccin hebben we uitgelegd. Daarna kwamen er spontaan nog meer vragen over andere vaccins en gezondheidskwesties. De volgende keer gaat onze collega mee die Turks spreekt. Om het nog toegankelijker te maken. Dat wilden we nu eigenlijk al doen.”

Smaak te pakken 

Latoya en Susana zijn ook enthousiast. “Dit was een leuke kick-off. Als artsen haken we graag aan bij voorlichting op locatie aan kwetsbare groepen. Misschien zelfs wel breder dan alleen over corona. Deze positieve ervaring smaakt naar meer.” 

GGD corona-artsen Latoya en Susana

GGD corona-artsen Latoya en Susana over de coronavoorlichting aan Turks-Nederlandse moeders: 'In die gemeenschap is een belangrijke vraag of een vaccin halal is'