Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Maak kennis met Lisa en Geke, en het onderwerp chemseks
Team Seksuele Gezondheid van de GGD houdt zich bezig met verschillende onderwerpen binnen de seksuele gezondheid. Meerdere dagen in de week zijn er spreekuren met inwoners die vragen of klachten hebben over hun seksuele gezondheid. Tegenwoordig is de GGD meer alert geworden bij signalering van chemseks. Sinds twee jaar is er namelijk een vaste samenwerking ontstaan tussen de afdeling Seksuele Gezond van GGD Gelderland-Midden en IrisZorg in Arnhem, hierdoor is een aantal zaken veranderd
Signaleren en doorverwijzen
Wat is chemseks nu precies? Chemseks is wanneer iemand doelbewust drugs gebruikt om seks te kunnen hebben. Er wordt met name harddrugs gebruikt, zoals: GHB, 3-CMC, Ketamine of Crystal Meth. Uit onderzoek van Mainline (2015) blijkt dat chemseks met name voorkomt onder mannen die seks hebben met mannen.
Lisa werkt als sociaal verpleegkundige bij Seksuele Gezondheid GGD Gelderland-Midden en houdt zich onder andere bezig met spreekuren, helpt en behandelt bij klachten van soa’s. Geke is sociaal psychiatrisch verpleegkundige binnen het FACT-team van IrisZorg. Ze heeft de opleiding Seksuologie afgerond en helpt mensen met een drugsverslaving, onder wie mensen die behoren tot de chemseks doelgroep.
Geke: ‘Vaak begint chemseks bij een stukje nieuwsgierigheid, zoals bij mannen die willen experimenteren op seksueel vlak. Het begint bijvoorbeeld met GHB waardoor er geen remmingen meer zijn. Het stofje dopamine komt vrij, mensen voelen zich fijn en durven meer. Er worden grenzen verlegd. De slag is dan snel gemaakt. Vijf jaar geleden zijn we bij IrisZorg begonnen met behandelen van deze doelgroep. Er was in die tijd nog niet zoveel bekend over chemseks. Ik heb toen een training gedaan bij Mainline in Amsterdam en ben begonnen met netwerken. Ik ontdekte dat onder andere de GGD en de HIV-verpleegkundigen bij ziekenhuizen als Rijnstate en RadboudUMC aanknopingspunten waren voor het in contact komen met deze mensen. Zo ben ik uiteindelijk met Lisa samen gaan werken.’
Lisa: ‘Tijdens een spreekuur bij de GGD vraag ik actief allerlei vragen uit over seksuele gezondheid. Zo ook de vraag of iemand seks heeft onder invloed van alcohol of drugs. Als iemand ‘ja’ antwoordt, vraag ik door welke middelen iemand gebruikt en hoe iemand dit ervaart. Sommige personen hebben toevallig seks onder invloed na bijvoorbeeld een festival, maar er zijn ook personen die drugs gebruiken om seks te kunnen hebben. De ene persoon ervaart dit niet als probleem, de ander wel. De vraag over drugsgebruik komt soms onverwachts. Sommigen willen er niet over hebben, andere juist wel.’
Nu chemseks een bekender onderwerp is geworden bij ons op de afdeling, signaleren wij het ook veel sneller en maken we het makkelijker bespreekbaar. Vanuit de GGD geven we kaartjes mee van IrisZorg. Zo verwijzen we door om contact op te nemen. De manier om contact te leggen verschilt nog weleens en is ook afhankelijk per persoon. Soms nemen mannen zelf contact op met IrisZorg door te bellen of te WhatsAppen. Andersom gebeurt het ook, dan neem ik contact op met Geke. Dan worden de cliënten gebeld door haar. Contact opnemen met Iriszorg is heel laagdrempelig. Dit kan door te bellen of appen. Daarnaast zit je niet gelijk ergens aan vast. Je kunt van de hulp afzien als je het toch niet nodig vindt.’
Nieuwe doelgroep
Wist je dat chemseks oorspronkelijk uit Engeland kwam overwaaien zo’n 10 jaar geleden? Chemseks is in de verslavingszorg een relatief nieuwe doelgroep. Dit geldt ook voor IrisZorg. Lang nog niet elke verslavingszorgorganisatie heeft een behandelprogramma voor deze groep.
Lisa: ‘Verslaving en seksueel risico gedrag is een van de grootste risico’s bij chemseks. Mensen verleggen hun grenzen onder invloed van drugs. Onder invloed seks hebben zorgt voor risicovolle besluiten dan vooraf zonder drugs was bedoeld, bijvoorbeeld het weglaten van condooms. Onbeschermde seks geeft weer risico’s op allerlei soa’s: hepatitis, chlamydia, gonorroea, HIV en syfilis. Daarnaast kunnen mensen die drugs gebruiken er vermagerd of slecht uit zien en een slechte lichamelijke conditie hebben.’
Geke: ‘Wanneer een gebruiker zich aanmeldt bij IrisZorg, krijgt degene eerst een intakegesprek en diagnostiek. Mocht een cliënt slammen (slammen is het injecteren van drugs met een naald) dan zorgen we voor schone spuiten en naalden, zodat ze daarmee niet meer schade aanrichten aan zichzelf. Het is een illusie dat iemand die binnenkomt direct geen drugs meer gebruikt.‘
Tijdens een behandeling is er een multidisciplinair team aanwezig die hierin gespecialiseerd is. Regelmatig is de inzet van een maatschappelijk werker nodig die helpt bij zaken als schulden en huisvesting. IrisZorg heeft als behandelmethode de CRA-aanpak (Community Reinforcement Approach) die vooral positief gericht is op kleine successen. De patiënt geeft de doelen aan waaraan hij wil werken.’
Confrontatie met de werkelijkheid
Er is regelmatig contact tussen Lisa en Geke. Minimaal een keer in de zes weken om een kort lijntje te houden. Als ze elkaar eerder nodig hebben, dan bellen ze even. Lisa en Geke vertellen wat indruk heeft gemaakt als het gaat om deze doelgroep.
Geke: ‘Het slammen is bij deze groep veel groter dan bij andere groepen drugsgebruikers, zoals heroïnegebruikers. De onderarmen bij cliënten die slammen zijn er soms slecht aan toe. Door gebruik van vuile naalden hebben patiënten vaak infecties aan de onderarmen.‘
Lisa: ‘Vanuit de GGD zie ik de cliënten op dat gebied meer oppervlakkig. Ik heb een dag meegelopen met Geke. Dat was indrukwekkend. Er zit een heel verhaal achter wat we niet persé horen in de spreekkamer bij de GGD. Opvallend is hoe ver mensen vast kunnen zitten in de chemsekswereld. Maar tegelijkertijd lijkt het ook alsof ze alles op de rit hebben.‘
Geke vult aan: ‘Het lijkt inderdaad alsof ze alles op de rit hebben. Het dubbelleven. Aan de oppervlakte zie je niet welke problematiek er speelt. Ze normaliseren het drugsgebruik en dat maakt het ook lastig. Er is een enorme confrontatie met de werkelijkheid als ik zeg hoe het in elkaar steekt.’