Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Kinkhoest
Kinkhoest begint vaak met klachten die lijken op een gewone neusverkoudheid. Na 1 tot 2 weken begint het hoesten. Het hoesten wordt steeds erger, vooral ’s nachts. Het kan een opvallend blaffende hoest zijn. Na het lange hoesten kan iemand een piepende inademing krijgen. Soms moet iemand door het hoesten overgeven.
Hoe kun je kinkhoest krijgen?
Mensen kunnen elkaar besmetten via hoesten, praten en niezen. Er komen dan kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht.
Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet worden. De tijd tussen besmet raken en ziek worden is meestal 7 tot 10 dagen.
Kinkhoest is vooral besmettelijk aan het begin van de ziekte. Iemand weet dan vaak nog niet dat hij kinkhoest heeft. Iemand is besmettelijk tot 3 weken na het begin van de erge hoestbuien.
Tips!
Hieronder vind je enkele tips om de kans op kinkhoest te verkleinen:
- Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek? Hoest dan in je elleboog.
- Gebruik een zakdoek maar 1 keer.
- Gooi de zakdoek na gebruik weg.
- Was hierna je handen met water en zeep.
Hoe voorkom je kinkhoest?
Er is een vaccinatie om de ziekte te voorkomen. Kinderen krijgen de eerste DKTP-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma als ze 3 maanden weken oud zijn (behalve als de moeder tijdens de zwangerschap niet is gevaccineerd of er andere redenen zijn voor een aangepast schema, dan wordt de eerste vaccinatie gegeven op de leeftijd van 7-8 weken. De vervolg vaccinaties volgen op de leeftijd van 5 maanden en 11-12 maanden.
Zwanger en kinkhoest
Vrouwen kunnen tijdens de zwangerschap ook een vaccinatie tegen kinkhoest krijgen, de 22-wekenprik. De moeder draagt dan haar antistoffen over aan het kind. Hierdoor zijn baby's meteen vanaf de geboorte tijdelijk beschermd tegen kinkhoest. Zwangere vrouwen die kinkhoest hebben, worden geadviseerd met hun huisarts te overleggen. Direct na de geboorte kan de moeder namelijk de baby besmetten. Dit is te voorkomen door tijdig antibiotica te gebruiken.
Extra risico voor baby's
Vooral jonge baby's die niet (volledig) gevaccineerd zijn kunnen erg ziek zijn door kinkhoest. Ook kinderen met een ziekte van bijvoorbeeld de longen, het hart of spieren kunnen er erg ziek door worden. Zwangere vrouwen die kinkhoest hebben, worden geadviseerd met hun huisarts te overleggen. Direct na de geboorte kan de moeder namelijk de baby besmetten. Dit is te voorkomen door tijdig antibiotica te gebruiken.
Baby's en kinkhoest
Heeft jouw baby contact gehad met iemand die kinkhoest heeft? Houd dan in de gaten of de baby gaat hoesten. Als de baby ziek wordt of gaat hoesten, neem dan contact op met de huisarts.
Heb jij kinkhoest? Blijf dan uit de buurt van jonge baby’s die nog niet zijn gevaccineerd. Het is dan ook beter geen contact te hebben met vrouwen die binnenkort gaan bevallen.
Is kinkhoest te behandelen?
De huisarts kan een test doen om na te gaan of iemand kinkhoest heeft. De huisarts kan ook zeggen of een behandeling nodig is. Maar als duidelijk is dat iemand kinkhoest heeft, heeft het lichaam de bacterie vaak zelf al opgeruimd. Behandeling met antibiotica heeft dan geen zin meer. Je kunt hoestdrank of neusdruppels gebruiken om minder last te hebben van de klachten.
Wat doet de GGD bij kinkhoest?
Als een arts kinkhoest vaststelt, wordt de GGD op de hoogte gebracht. Het team infectieziektebestrijding kijkt of er in de omgeving van de persoon met kinkhoest jonge baby's of zwangere vrouwen zijn die extra risico lopen. Er wordt gekeken of het nodig is om antibiotica te geven om te voorkomen dat een baby ernstig ziek wordt.
Kan iemand met kinkhoest naar het werk, school of kinderopvang?
- Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of school. Kinkhoest is al besmettelijk voordat iemand weet dat hij kinkhoest heeft. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden.
- Heeft je kind kinkhoest? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van kinkhoest bij hun kind.
- Een volwassene met kinkhoest die zich goed voelt, kan gewoon werken. Werk je met baby’s of in de zorg? Dan moet je eerst overleggen met je bedrijfsarts/werkgever of GGD voor je weer gaat werken.
- Heb je kinkhoest en ben je in de buurt geweest van een baby of hoogzwangere vrouw? Vertel dan aan de ouders van de baby of aan de zwangere dat je kinkhoest hebt. De ouders of de zwangere kunnen dan letten op de klachten van kinkhoest.
Wil je meer weten?
Voor vragen over kindervaccinaties (tot 18 jaar): Jeugdgezondheidszorg via telefoonnummer 088 – 355 6000
Voor vragen over bof of andere infectieziekten: 0800 8446 000 en vraag naar het meldpunt infectieziekten. Of stuur je vraag naar: infectieziekten@vggm.nl