Onderzoek op het voortgezet speciaal onderwijs

In de tweede klas van het voortgezet speciaal onderwijs krijgt je kind een uitnodiging voor een onderzoek. Op deze pagina leggen we uit hoe dat onderzoek gaat.

De voorbereiding op het onderzoek

Je kind krijgt de uitnodiging voor dit onderzoek via de post thuisgestuurd. Bij de uitnodiging zit een vragenlijst voor je kind met vragen over bijvoorbeeld gezondheid en leefgewoonten. Ook kun je als ouder op de vragenlijst vragen stellen over de gezondheid van je kind. Je kind moet zelf de ingevulde vragenlijst meenemen naar het onderzoek. Als ouder of verzorger ben je niet bij dit onderzoek aanwezig.
 
Vóór het onderzoek vult je kind in de klas soms nog een andere vragenlijst in. Die gaat vooral over psychische en sociale onderwerpen. Zit je kind lekker in zijn of haar vel? Hoe is het in de klas? Soms geeft de mentor bijzonderheden door. Die worden dan ook besproken. De mentor bespreekt dat natuurlijk eerst met jou en je kind.

Het gesprek met de jeugdarts

De jeugdarts gebruikt de twee vragenlijsten en de informatie van school voor het gesprek met je kind. Verder gaat het gesprek over bijvoorbeeld eetgewoonten, slaapgedrag, beweging, beleving, thuissituatie en schoolbeleving. De jeugdarts weegt en meet je kind, test ogen en oren en kijkt als het nodig is naar de rug en houding. Je kind kan bij dit gesprek ook een verwijzing krijgen, bijvoorbeeld voor de huisarts of maatschappelijk werk. Als jij dat goed vindt, bespreekt de jeugdarts de uitslag met school.

Informatie voor ouders

De uitslagen van het onderzoek krijg je per brief thuisgestuurd. Heb je vragen opgeschreven op de informatiebrief? Dan neemt de jeugdarts als het nodig is contact met je op.